Beste Marie
Gisteren kwam ik thuis na een lange dag op school en vond een handbeschreven envelop op mijn deurmat. In deze envelop zat een brief van jou aan mij.
Eigenlijk aan alle bewoners van ons pand. Het werd mij al snel duidelijk dat wij elkaar niet kennen. Maar dan ook helemaal niet. Bijzonder.
Je bent volgens mij een jehova-getuige en probeert een boodschap over te brengen waarin jij gelooft. Gelukkig mogen we in dit land dat, geloven in iets.
Helaas schoot hier je brief het doel mijlenver voorbij. Waarom ? Dat ga ik je vertellen. Ik zat ooit op school met een meisje die uit een jehova gezin kwam.
Ze mocht niet meedoen met vieringen. Ze mocht haar verjaardag niet vieren, geen kerst. Wat ze wel “mocht” was op zaterdag mee langs de deuren.
Ze had een handicap waar ze mee moest leven. Een klompvoet. Fysio werd aangeraden maar je raadt het al, dat mocht niet. Al het vuur in haar ogen was gedoofd en het enige wat ze wilde was trouwen en uit huis gaan.
Ze kreeg een relatie met een jongen maar uit het verkeerde nest. Ouders grepen in en haar ontsnappingspoging mislukte.
Uiteindelijk is ze uit het leven gestapt. Ik wil dus geen boodschappen van jou op mijn deurmat dat de redding nabij is. Zolang jullie geloof mensen sloopt, beperkt en onderdrukt ben je bij mij aan het verkeerde adres.
Ik heb je postcode en huisnummer. Dat zou ik hier kunnen plaatsen zodat mensen jou post kunnen sturen maar dat doe ik niet.
Ik ken namelijk de fatsoensgrenzen.
Dag Marie.