Dat rouwen is me ook een gedoe hoor. Dat de tranen spontaan over mijn wangen kunnen lopen terwijl ik een halve minuut eerder nog luid mee liep te zingen met de radio verbaast me niet meer.
En huilen is niks mis mee. Als je niet zou mogen huilen omdat je alles overleden is, nou dan weet ik het ook niet meer. Gelukkig kan je ook van alles doen terwijl je wangen nat zijn.
De afgelopen weken van alles aangepakt. Dankzij de hulp van allerlei lieve mensen komen er hele mooie dingen tot stand. Rennen, beslissen, doorpakken. Overleggen met de kinderen.
Proberen schema’s vast te houden. Want er is een planning en die wil je halen. Kop d’r veur en doorzetten ! Dat heeft Jan zijn hele leven gedaan dus dat kan ik ook.
En dan overkomt de oudste een stom ongelukje en kan je er niet naar toe omdat ze op een eiland zit. zij huilen, ik huilen. Uiteindelijk komt het allemaal wel goed maar plots wil je ene been niet meer voor de ander.
Alsof je lamgeslagen bent. Alsof je een marathon hebt gelopen. Naar de wc gaan voelt als een workout. En je moppert op jezelf omdat je denkt dat aanstellen ook een vak is. Kom op zeg ! Huilen doe je later maar.
En eigenlijk huil ik ook niet zoveel maar ik ben gewoon moe. Zo moe dat ik alleen maar kan zitten. Na 11 weken en 2 dagen is er een breekpunt. Het zat er natuurlijk aan te komen maar de timing is niet echt geweldig.
Want ik moet nog zoveel. En alleen bij die gedachte word ik nog vermoeider. Maar ik ben realistisch genoeg om te weten dat het geen kwestie is van lui zijn, van geen zin hebben. Deze dag heb ik nodig om even tot rust te komen.
Want anders knappen de laatste draadjes ook. En knoop ze dan maar weer eens aan elkaar. Mijn lijf vertelt me dat mijn hoofd even pauze nodig heeft. En ik luister met mijn hart en neem de dag zoals ie komt. En denk : morgen is er weer een nieuwe dag.
Die nieuwe dag is vandaag en we gaan ervoor !