Jullie kennen het vast. Van die huizen waar je vaak langskomt en je elke keer denkt ; wie zou daar nu wonen ? Zo’n huis staat er in een dorp in onze gemeente. Elke dag rijden we er langs en eigenlijk wil ik wel een foto ervan maken maar dat staat ook best een beetje raar. Het is groot. Je zou het een herenhuis kunnen noemen. Het is een statig hoog pand met grote ramen en een schuur eraan vast gebouwd. Het heeft betere tijden gekend. De vitrage die voor de ramen hangt is oud en de grauwe kozijnen schreeuwen nog net niet om een likje verf.
Het pand is in elk geval nog niet gekaapt door gepensioneerden uit het westen die hier een B & B willen beginnen en dat vind ik wel een prettig idee moet ik zeggen. Het huis straalt een bepaalde kracht die me fascineert. Zou daar nu de laatste freule van het Westerkwartier wonen die haar dagen slijt met sokken breien en kruidendrankjes maken alla Klazien uit Zalk ? Of een wereldvreemde kluizenaar die het huis geërfd heeft van zijn ouders en er nooit iets aan veranderd heeft ?
Een oude keuken met een houtoven en een pomp boven de wasbak ? Verwarmd door hele oude gaskachels of een allesbrander ? Ik zie het huis voor me in glorie tijden. Bloembakken onder de ramen, een wilde bloementuin en een grindpad naar de voordeur. Binnen lichte kamers met een knusse inrichting, een echte bibliotheek en een woonkeuken. Misschien moet ik toch een staatslot kopen 🙂
Vanavond rij ik er langs als het donker is. Eens kijken of ik bij het schijnsel van een schermerlamp ook een bejaarde jonkvrouw kan zien of een kluizenaar met een baard tot op zijn schoenen. Hopelijk bederft de aanblik niet mijn fantasie ….