
Het is maar een hond en ik riep gisteren nog tegen de postbode “neem een hond zeiden ze, das leuk” terwijl ik probeerde onze labrador aan dezelfde kant de boom te laten passeren als ik en hond nr 2.
Niet wetende dat de komende uren alleen maar in teken zouden staan van onze Indi. Wat er nu precies gebeurd is weten we niet. We denken dat ze uitgegleden is op het laminaat en daarbij de spieren in de achterpoten heeft verrekt maar of dat ook zo is …
Van het ene op het andere moment gilde ze het uit van de pijn. Dierenarts gebeld en die schreef een pijnstiller voor. Weer thuis kreeg ze een soort van epileptische aanval. Paniek in de tent : dat zullen jullie begrijpen. Gelukkig stond het nummer van de dierenarts nog steeds bovenaan. Even aankijken was het advies en ze mocht niet meer dan 3 van zulke aanvallen hebben.
Na de 2e keer vonden we het genoeg en gingen we weer richting dierendokter. Ook daar kreeg ze een aanval en stelde de dokter voor om haar een nachtje op te nemen. Het klinkt misschien stom maar dat voelde als een opluchting. Vannacht natuurlijk amper geslapen en toen ze vanmorgen belden stond mijn hart een beetje stil.
Voorbereid op slecht nieuws nam ik op. Indi had de nacht goed doorstaan en er was geen sprake van lever of nierfalen. De ontstekingswaarden waren wel verhoogd en daarvoor kreeg ze medicijnen met een pijnstiller. Maar ze was zo ontzettend gestrest dat het de dierenarts beter leek om haar op te halen.
Thuis vloog ze de bench in en kwam er niet meer uit. Zelfs de leverworst werd geweigerd. Bij een labrador is dat echt bijna onvoorstelbaar maar ze haalde er letterlijk haar neus voor op. Gaandeweg de dag kwam de eetlust terug maar ze piept en miept er wat af.
En wij roepen JA GOED ZO als ze toch mee wil aan de riem naar buiten en we juichen zachtjes als ze toch uit de bench komt omdat ze pizza ruikt. Want al is het maar een hond : ze is zoveel meer voor ons.