Het is zaterdagmorgen 6 uur en de hond blaft. aan het geluid te horen is ie niet van plan om zijn bek te houden. Er zit niks anders op dan maar op te staan. Ik had vrijdagavond een late dienst en was om kwart voor 12 thuis, lag om half 1 in bed maar slapen lukte niet direct. Na zo’n avond werken is het lichaam wel moe maar het hoofd draait nog even door. Zo lang dat ik het nog half 3 heb zien worden op de wekkerradio.
Ik strompel naar beneden en laat de hond eruit. Het duurt nogal lang (soms is haar maag van slag), het is koud in de kamer en ik zit mijn tranen een beetje te verbijten. Ik heb hier zo geen zin in. Ik roep de hond die vrolijk naar binnen komt huppelen. Mooi dan kan ik weer mijn bed in. Helaas draait onze labrador zich direct weer om en duwt met zijn neus tegen de keukendeur.
Nog een keer naar buiten. De tranen hebben het gewonnen en ik laat ze maar stromen. Ik vind mijn werk prachtig, ik hou van dingen leren maar het is ook een beetje veel. Ik mag best even janken vind ik. En dan is een zeurende hond en weinig slaap een mooie kapstok om die huilbui aan te hangen. Maar ik huil vooral omdat het soms nog steeds zo kut is dat we Jan moeten missen.
De tijd heelt alle wonden zeggen ze. Dat zal ook best maar het blijft altijd een zwakke plek. En dan is een hond met maagklachten na een hele korte nacht net genoeg. Vanavond lekker vroeg naar bed !